Voor het optimaal functioneren van onze levensprocessen is een constante lichaamskerntemperatuur nodig van 37 °C. Dit wordt bereikt door warmteproductie en –afgifte in balans te houden. De warmtebelasting van de mens wordt bepaald door omgevingsfactoren (luchttemperatuur, luchtvochtigheid en windsnelheid), kleding, inspanningsniveau en persoonlijke factoren (zoals conditie, leeftijd en gebruik van medicatie).
Het lichaam heeft verschillende manieren om zich aan te passen aan warme omstandigheden, waaronder verwijding van de bloedvaten, zweten en afgifte van warmte via de ademhaling. Ook passen we onze kleding en ons gedrag aan bij hitte (dunnere kleding en minder fysieke inspanning).
Je lichaam zal bij warm weer proberen af te koelen. Dit doet je lichaam door meer bloed naar de huid te sturen. Mocht dit niet werken dan stapt je lichaam over op de ‘zweetmodus’. Het nadeel van deze ‘zweetmodus’ is dat je lichaam belangrijk vocht, vitamines en mineralen verliest. Dit proces wordt versterkt als er lichamelijk zwaar werk wordt uitgevoerd. In combinatie met een slechte lichamelijke conditie, hoge luchtvochtigheid en zonnestraling kan dit leiden tot een zonnesteek, hittekrampen/warmtestuwing en uiteindelijk een hitteberoerte (dit is alleen van toepassing als het lichaam niet meer kan koelen en boven de 41 graden uitkomt). Naast warmte kun je door de zon verbranden. Bescherming van je huid is daardoor ook een absolute noodzaak!
Symptomen waar we op moeten letten zijn:
- Duizeligheid
- Hoofdpijn
- Misselijkheid
- Wazig zien
- Vlekken voor de ogen
- Rood, warm en gloeiend, of
- Bleek en klam door hevig transpireren (voelt koel aan)
Voordat je met het werk begint:
- Drink geen koffie, cola en andere cafeïne houdende dranken. (Cafeïne zorgt ervoor dat vocht het lichaam sneller verlaat Draag beschermende kleding. Denk hierbij ook aan een veiligheidszonnebril, een nekflap, zweetband in de helmen
- Bescherm de huid goed tegen zon/verbranden (smeer je bij voorkeur om de twee uur in met zonnebrandcrème met hoge beschermingsfactor),
Tijdens het werk (in afstemming met het projectteam):
- Meer water drinken, neem voldoende drinkpauzes op een koele plek
- Houd elkaar goed in de gaten (let op klachten zoals: hoofdpijn, misselijkheid, spierkrampen, droge mond en tong)
- Let op de kleur en hoeveelheid van je urine. Donkergele urine of een weinig urine zijn signalen van uitdroging.
- Pas op voor concentratieverlies (afwezig, zweten, vermoeidheid)
- Werk niet te lang aaneengesloten, las waar nodig extra pauzes in en luister naar je lichaam
- Als het mogelijk is met uitvoerder / projectleider afstemmen om eerder te beginnen en eerder te eindigen (tropenrooster)
Aandachtspunten voor leidinggevenden:
Zorg dat er voldoende drinkwater aanwezig is op de werkplek
- Neem individuele klachten serieus
- Zorg voor rust
- Zorg voor schaduwrijke plek
- Vul vocht aan
- Vul zouten aan
- Eventueel met sportdrank
- Blijf bij zorgvrager
- Actief afkoelen
- Deskundige hulp inschakelen (zie alarmkaart)
Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.